Door de mens zijn muizen over de hele wereld verspreid, waarbij hun gedrag zich aanpaste aan de omgeving. Het gedrag van muizen is vooral ’s nachts zichtbaar. Het zijn sociale dieren die per 2 of in een groep gehouden moeten worden. 2 mannetjes of 2 vrouwtjes kunnen prima bij elkaar. Gevechten onderling komen zelden voor, mits de dieren elkaar van jongs af aan kennen. Zet nooit een oudere muis in een bestaande groep; deze wordt als indringer gezien. Bij introductie van nieuwelingen in een groep of het verwijderen uit de groep van een of enkele dieren dient de sociale structuur opnieuw ingesteld te worden, wat aanleiding kan geven tot stressvolle conflicten. Dominante mannetjes vertonen, ook bij afwezigheid van vrouwtjes, sterk territoriaal gedrag. Dit kan aanleiding geven tot ernstige gevechten. Bij sommige stammen is de sociale huisvesting van mannelijke dieren om deze reden ook vrijwel onmogelijk. In het sociale gedrag spelen geurstoffen; feromonen en urinemarkeringen een belangrijke rol. Geuren hebben een duidelijke invloed op de mate van agressiviteit. Zowel het ontbreken van (de geur van) nestmateriaal als de aanwezigheid van de geur van faeces/ urine kan tot een verhoogde mate van agressief gedrag leiden.
Lijst van handelingen bij muizen:
*eten (comfort)
*drinken (comfort)
*nestelen, ronddraaien in het nest (comfort)
*zich uitrekken (comfort)
*gapen (comfort)
*slapen, in elkaar gerold (comfort)
*rusten: languit liggend (comfort)
*poetsen: -kop en voorpoten
-lichaam
-anaal- en geslachtsstreek
-staart (comfort)
*krabben (comfort)
*sociaal poetsen (comfort/sex)
*uitnodigen tot sociaal poetsen (comfort/sex)
*bepoetst worden (comfort/sex)
*onder partner kruipen (sex)
*mond controle (sex/agressie)
*anale controle (sex/agressie)
*nalopen met dekbedoelingen (sex/agressie)
*dekken (sex/agressie)
*zegenen of priesterhouding (sex)
*vluchten (vlucht)
*verticaal springen (vlucht)
*klimmen (vlucht)
*spieden, zittend of staand (vlucht/ exploratie en nestbouw)
*waken, zittend of liggend (vlucht/agressie)
*opgerichte oren, open ogen (vlucht)
*ratelen met de staart (vlucht/agressie)
*paraderen/hobbelen (agressie)
*lopen met opgezette haren (agressie)
*blokkeren, horizontaal voor tegenstander (agressie)
*boksen , verticaal (vlucht, agressie)
*vechten, met echt bijten (agressie)
*jagen, achtervolgen van verslagene (agressie)
*toetsen, stilstaand met voorpoot en snuit (exploratie en nestbouw)
*graven, scharren/auswerfen (agressie/exploratie en nestbouw)
*schuiven of schikken van nestmateriaal met voorpoten (exploratie en nestbouw)
*splijten van materiaal overlangs (exploratie en nestbouw)
*rukken, groter materiaal verkleinen (exploratie en nestbouw)
*huppelen, met kop schudden, snelle runs met horizontale
of korte verticale sprongen (vlucht/exploratie en nestbouw)
*dragen, indragen, uitdragen, ongericht dragen (exploratie en nestbouw)
*intrekken van materiaal in het nest (exploratie en nestbouw)
Bronnen:
-> http://www.sophia-vereeniging.nl/nl/pages/huisdier-en-welzijn/knaagdieren/muis/gedrag-muizen.html
-> http://www.scientias.nl/muis/92909
Mette
DEMUISPCC 